Constant de leerling centraal stellen
Basisschool de Vijfster is een RVKO-school die daltononderwijs aanbiedt. Waarin onderscheidt dit systeem zich van andere onderwijsconcepten en hoe vult de Vijfster de daltonprincipes in? Ellen Aarts en Maaike de Bode geven hun visie op (dalton)onderwijs: ‘Ik ben ik, jij bent jij, de Vijfster dat zijn wij!’.
De Vijfster gelegen in de wijk Fascinatio in Capelle aan den IJssel heeft haar onderwijs gebaseerd op de principes van Helen Parkhurst, de ontwikkelaar van het daltonconcept. Binnen het dalton onderwijs staan zes kernwaarden centraal: zelfstandigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid, samenwerken, reflectie, effectiviteit en borging. ‘Deze waarden zijn voor alle daltonscholen dezelfde, maar elke school geeft er zelf invulling en kleuring aan’, aldus Vijfster directeur Ellen Aarts. ‘We doen alles vanuit de kernwaarden. Dit is terug te zien in het beeldmerk van de school met de tekst ‘Ik ben ik, jij bent jij, de Vijfster dat zijn wij!’. Ook komt het terug op onze daltonmuur, zodat iedereen een beeld kan krijgen van waar we voor staan.’
Kind centraal
Ellen en haar daltoncoördinator en leerkracht Maaike de Bode hebben bewust gekozen voor werken op een daltonschool. Maaike: ‘Ik heb als kind zelf op een daltonschool gezeten en dat vond ik echt superfijn. Toen ik als leerkracht in het reguliere onderwijs begon, richtte ik m’n werk ook op de daltonmanier in. En toen er vier jaar geleden een vacature op de Vijfster was, hoefde ik daar niet lang over na te denken.’
Ellen: ‘Ik werk hier nu acht jaar en het concept bevalt me heel erg goed. Dalton heeft echt een andere kijk op ontwikkeling en stelt kinderen zoveel mogelijk centraal. Want elk kind doet ertoe! Daarbij zijn we ook een ‘LeerKRACHT-school’, die methodiek past prima bij dalton. We stellen onszelf regelmatig de vraag: ‘Wat maakt het dat kinderen het leuk vinden om hier op school te zitten?’. We praten hier mét de kinderen, niet over de kinderen.’ Maaike: ‘Dat doen we dus ook letterlijk: de rapportbesprekingen doen we met de kinderen en de ouders samen. Het afgelopen jaar heb ik de kinderen zelf hun eigen rapport laten invullen en daar met hen over gesproken, dit in het kader van zelfreflectie. Volgend jaar starten we ook met digitale portfolio’s, waarbij we ernaar toewerken dat de kinderen in de bovenbouw zelf de rapportbespreking leiden. We hebben dit jaar ook een periode aan de leerlingen gevraagd om ons als leerkrachten te evalueren en ‘tips & tops’ te geven: daar leer je allebei dus echt heel veel van!’
‘We praten hier mét de kinderen, niet over de kinderen’
De stem van de leerling
Maaike: ‘Kinderen zelfstandig, vrij en ontvankelijk de wereld in laten kijken, dat is ons doel. Daarbij is hun eigen stem voor ons heel belangrijk. We hebben dus ook een leerlingenraad die elke twee maanden bij elkaar komt. We vragen hen om feedback op bijvoorbeeld lesmethoden, maar leerlingen dragen zelf ook onderwerpen aan. Begin dit jaar kwamen zij zelf met het idee om iets te doen voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië. Ze hebben de actie daarna zelf opgezet en uitgevoerd. Dat soort initiatieven stimuleren wij, dat vinden we heel belangrijk.’
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid
Ellen: ‘Als wij nieuwe ouders rondleiden, vertellen leerlingen hoe ze het op school vinden en hoe het bij hen in de groep gaat. Ze laten dan ook praktische aspecten van de vijf kernwaarden zien, zoals de doelenborden of de taakkaarten. Dat is ook zo’n mooi voorbeeld van zelfstandigheid.’
‘Elk kind doet ertoe!’
Maaike: ‘Onze sociaal-emotionele methode is ‘Vreedzame School’, waarbij de kinderen leren wat conflicten zijn en hoe je die het beste zelf kunt oplossen. Daarbij worden er ook leerlingen vanaf groep 5 getraind om bij kleine conflicten op te treden als mediatoren, bijvoorbeeld in de pauze. Zo leren de kinderen verantwoordelijkheid te dragen voor een veilige en fijne sfeer op school.’
Ellen: ‘Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid zitten voor ons in vrijwel alles. We gaan ervan uit dat een kind veel zelf kan. Als een kleuter een losse veter heeft, zeggen we: ‘Hé, je veter zit los…’. Dan is het aan het kind om te bedenken: ‘Ok, dan moet ik hem strikken. Hoe ga ik dat doen?’. We beginnen bij de onderbouw ook al met een taakbord. Binnen dalton heeft elke dag een eigen kleur, waardoor het plannen voor de kinderen makkelijker is. Ze geven met een magneetje in de juiste kleur op het planbord aan op welke dag ze een taak gaan doen.’
Zelf plannen
Maaike: ‘We breiden het aantal taken elk jaar uit en vanaf groep 3 werken de kinderen met een papieren taakkaart, die helemaal doorloopt tot groep 8. Daarop kunnen ze ook met smileys aangeven hoe tevreden ze zelf zijn over hun resultaten. Vanaf groep 5 hebben we een kwartierenrooster. Dat maakt goed zichtbaar voor de leerlingen wanneer ze een instructie hebben met de leerkracht en wanneer er open vakken zijn. Die laatste kunnen ze gebruiken om via de taakkaart zelf te kiezen voor een verwerking of extra instructie. En daarmee kom je meteen aan bij een andere belangrijke waarde, vrijheid.’
Vrijheid in gebondenheid
Ellen: ‘Het daltonconcept gaat uit van ‘vrijheid in gebondenheid’. Als leerkracht differentieer je bij het doseren van vrijheid, naar gelang van de zelfstandigheid van elk kind. Want er zijn natuurlijk wel kaders: we moeten gewoon voldoen aan de eisen die voor alle scholen gelden. In elke groep heb je kinderen die op maandag komen binnenlopen en heel zelfstandig hun hele week inplannen, maar ook kinderen die daarbij geholpen moeten worden en die wat meer sturing nodig hebben. Onderwijs is altijd maatwerk, afhankelijk van de mogelijkheden van een kind.’