‘Als leerkracht heb je invloed op wat er gebeurt in je groep’
In iedere groep proberen mensen hun positie te bepalen. Op het werk, in een team en in de klas. Hoe stuur je zulk groepsgedrag in een positieve richting? In de e-Koerier van september stond al een voorproefje uit de praktijk, voor die extra belangrijke eerste ‘gouden’ weken van het nieuwe schooljaar, hier de lange versie.
Groepsleden bepalen in fasen bewust en onbewust hoe de groep zich zal gaan gedragen, wie de leiders worden, of er een zondebok aangewezen wordt, enzovoort. Bij elke fase hoort een bepaald verloop. Als je niet zou ingrijpen, volgt dat patroon de wetten van de groepsdynamica. Door te anticiperen op het verloop kun je het proces ombuigen ten gunste van een goed groepsklimaat, wat kan helpen bij het bredere klassenmanagement.
Als leerkracht kun je een belangrijke rol spelen door de groepsvorming actief te leiden. Op die manier ontstaat een veilige sfeer in de klas waarin kinderen zich prettig voelen en het beste uit zichzelf kunnen halen. Dat is handig, want dat betekent dat je na een tijdje een gezellige, goed werkende groep hebt. En in een goed werkende groep met een fijne sfeer heb je minder kans op probleemgedrag en komen de kinderen makkelijker tot leren.
Groepsvorming in de klas
Ellen Aarts (directeur de Vijfster, Capelle a/d IJssel) heeft al jaren ervaring met sturen op groepsgedrag: ‘Ik liep 15 jaar geleden als leerkracht op tegen moeilijk gedrag in de klas. Bij een opleiding tot gedragsspecialist leerde ik hoe je als leerkracht invloed hebt op het vormen van een groep in de eerste weken van een schooljaar. Die waardevolle kennis ben ik gaan uitdragen binnen mijn school. Op de Vijfster hebben we dit tot een vast onderdeel gemaakt van de aanpak in de eerste weken na de zomervakantie.’
Ze vervolgt: ‘Elke leerkracht zou zich bewust moeten zijn van het feit dat je invloed hebt op wat er gebeurt in je groep. Op ons leerKRACHT-bord staan daarom in die periode de uitgangspunten van de aanpak, zodat we allemaal bewust en actief kunnen werken aan groepsvorming in de klas. Overigens zijn eigenlijk alle eerste weken in een groep na een langere vakantie van belang, dus ook na de kerst- en meivakantie. De ontwikkeling van het groepsgedrag gebeurt in vijf fasen: forming, storming, norming, performing en adjourning. Als leerkracht heb je invloed om dit proces te sturen en daardoor leg je de basis voor een fijne groep.’
Forming
In deze eerste fase kennen de groepsleden elkaar nog niet. Als de groep vorig jaar al bij elkaar was, weten de groepsleden niet meer of alles bij het oude is gebleven. Hoe jonger kinderen zijn, des te meer ze in de grote vakantie zijn veranderd. Het is een verkenningsfase, die bij nieuwe groepen één à twee weken duurt – en soms wat korter bij groepen die elkaar al kennen. De groep is in deze fase vaak nog heel rustig. De kinderen zijn meer bezig met zichzelf en hoe ze overkomen op de anderen. In deze fase zorgt de leerkracht vooral voor veiligheid.
Storming
In de daaropvolgende storming-fase weten de groepsleden ondertussen een beetje wat ze van de anderen kunnen verwachten. De grenzen van de eigen veiligheid zijn verkend en nu kunnen ze zich gaan profileren. Voor een buitenstaander is de groep rumoerig. Er zijn botsingen, onenigheid en ruzietjes. Dit hoort bij deze fase en hoeft niet verontrustend te zijn. De hiërarchie wordt bepaald. De leerkracht laat merken dat conflicten bij het leven horen, maar dat de manier van oplossen wel belangrijk is. Conflicten worden samen uitgepraat.
Link met klassenmanagement
Ellen: ‘Het is belangrijk dat je je als leerkracht bewust bent van je handelen, positie inneemt, je eigen grenzen in de gaten houdt en consequent blijft handelen. Anders loop je het risico dat er een negatieve leider in de groep opstaat waar je een heel jaar intensief mee moet werken. Je zult je klas dus echt moeten blijven managen.’
Norming
De leiders die in de storming-fase boven kwamen drijven, bepalen hoe er in de groep met elkaar wordt omgegaan. Zij bepalen soms onbewust, soms bewust, de ongeschreven regels. Deze normen staan eigenlijk zo goed als vast en veranderen bijna niet meer. Het is dus zaak om als leerkracht te zorgen dat er positieve groepsnormen zijn ontstaan vóór deze ‘vaststaan’. Dit kun je bewerkstelligen door de leiders een positieve rol te geven en door de groep bewust te maken van hun gezamenlijke kracht tegen ongewenst gedrag.
Ellen: ‘Voor leerkrachten is de storming-fase vaak een vermoeiende periode: de groep is druk en er zijn veel conflicten, omdat de kinderen de klasse- hiërarchie willen vaststellen. Ook zoeken ze de grenzen op van wat wel en niet wordt getolereerd. Het is dus zaak om als leerkracht in deze periode goed de grenzen te bewaken en het klassenmanagement op orde te hebben.’
Het is belangrijk dat de leerkracht in de eerste groepsvormingsfasen een analyse maakt van alle verschillende rollen die de kinderen binnen de groep vervullen: wie is de leider, wie de volger, de clown? Vervolgens kun je door bepaalde activiteiten of oefeningen sturen dat de kinderen hun rol op een positieve manier kunnen oppakken. Ellen: ‘Onze vakdocent voor gymnastiek, Monica Hogendam, heeft inmiddels een opleiding tot groepsanalist gevolgd. Daardoor kan zij leerkrachten helpen bij vragen rondom groepsdynamiek en het bepalen van de juiste aanpak. Ook bij het aanscherpen van het klassenmanagement kan dit helpen.’
Monica: ‘Als intern groepsanalist (IGA) word ik vooral gevraagd om te helpen bij groepen waar de sfeer niet goed is. Het leukste vind ik om de leerkracht mee te nemen in wat ik zie, en dat is vaak toch anders dan een groepsleerkracht zelf ziet. Ik kan vervolgens praktische adviezen geven om voor de groep en de leerkracht rust te creëren. Deze opleiding ligt dicht bij mijn eigen overtuiging dat ik de groepen niet alleen goed bewegingsonderwijs wil geven, maar ook positiviteit wil bijbrengen. In mijn gymzaal staan veiligheid en samenwerken voorop.’
In de theorie van groepsgedrag wordt geadviseerd de norming-fase bewust naar voren te halen, nog vóór er ‘gestormd’ wordt. Op die manier kun jij als leerkracht beter aangeven wat er wel en niet kan en mag, en stuur je echt op gedrag.
Performing
Na de eerste drie fasen is de groep klaar voor het werken. Deze fase gaat bij een groep die echt nieuw is, in na anderhalf tot twee maanden. Bij een groep die elkaar al kent, kan deze fase al na twee weken ingaan. De groep keert naar de vorige fasen terug als er bijvoorbeeld een nieuw kind in de groep komt, als een werkweek heel intensief beleefd wordt, als er een heel hevig conflict plaatsvindt of als er een andere ingrijpende gebeurtenis plaatsvindt. Dit is meestal de langste fase, maar als leerkracht moet je nu niet denken dat de groep ‘af’ is. Een goede groep vergt het hele jaar onderhoud.
Ellen: ‘In deze fase kun je als leerkracht sociaal- emotionele lessen of kleine activiteiten blijven doen om de sfeer in de groep te bewaken en te sturen. Ook kun je met een vakleerkracht afspreken dat er in bijvoorbeeld de gymles aandacht wordt besteed aan de groepsvorming.’
Adjourning
In deze laatste fase, ook wel ‘termination’ genoemd, draait het om afronden en goed afscheid nemen. Het schooljaar loopt ten einde. De meeste leerlingen zullen dat jammer vinden. Het kan zijn dat ze gaan mopperen op alles en iedereen. Zo wordt het afscheid minder zwaar, want het is immers niet zo leuk hier? Ook kunnen groepjes gaan klitten. Ze spreken ook vaak af elkaar snel weer te zien.
Als laatste kan er normvervaging optreden. Nu alles toch ophoudt, zijn de groepsregels ook niet meer zo belangrijk. Groepen 8 maken deze fase dus ook heviger door dan de andere groepen op school. Als leerkracht kun je wel begrip hebben voor dit proces, maar je moet er ook voor zorgen dat de regels blijven zoals ze waren. Accepteer niet al het gedrag dat hieruit voortkomt en blijf wijzen op de afspraken.
Ellen: ‘De laatste weken in groep 8 kunnen best pittig zijn, omdat de leerlingen toch aanhikken tegen het naderende afscheid. Dan moet je voldoende aandacht geven aan zaken zoals het goed afronden van het schooljaar, iedereen bedanken, stilstaan bij het vervolg, en de leerlingen daarin meenemen en begeleiden.’
Groepsvorming in andere settings
Ellen: ‘In deze fase kun je als leerkracht sociaal- emotionele lessen of kleine activiteiten blijven doen om de sfeer in de groep te bewaken en te sturen. Ook kun je met een vakleerkracht afspreken dat er in bijvoorbeeld de gymles aandacht wordt besteed aan de groepsvorming.’ Adjourning In deze laatste fase, ook wel ‘termination’ genoemd, draait het om afronden en goed afscheid nemen. Het schooljaar loopt ten einde. De meeste leerlingen zullen dat jammer vinden. Het kan zijn dat ze gaan mopperen op alles en iedereen. Zo wordt het afscheid minder zwaar, want het is immers niet zo leuk hier? Ook kunnen groepjes gaan klitten. Ze spreken ook vaak af elkaar snel weer te zien. Als laatste kan er normvervaging optreden. Nu alles toch ophoudt, zijn de groepsregels ook niet meer zo belangrijk. Groepen 8 maken deze fase dus ook heviger door dan de andere groepen op school. Als leerkracht kun je wel begrip hebben voor dit proces, maar je moet er ook voor zorgen dat de regels blijven zoals ze waren. Accepteer niet al het gedrag dat hieruit voortkomt en blijf wijzen op de afspraken. Ellen: ‘De laatste weken in groep 8 kunnen best pittig zijn, omdat de leerlingen toch aanhikken tegen het naderende afscheid. Dan moet je voldoende aandacht geven aan zaken zoals het goed afronden van het schooljaar, iedereen bedanken, stilstaan bij het vervolg, en de leerlingen daarin meenemen en begeleiden.’ De regels van groepsvorming gelden voor alle groepen, dus ook bij volwassenen, op het werk, in een sportteam, enzovoort. Ellen: ‘Wij werken op basis van onze kennis van de dynamiek ook bewust aan een positieve groepsvorming in ons team. Af en toe een klein momentje inbouwen dat we samen iets doen, even plezier maken, samen ergens van genieten, dat soort dingen. Maar ook een tweedaagse of een studiedag is belangrijk voor het creëren van verbinding. We hebben bijvoorbeeld een party- werkgroep in het leven geroepen, die zorgt voor evene mentjes op belangrijke momenten, om even bij dingen stil te staan. Ook een geluksverkenner speelt hierbij een belangrijke rol. We vinden het belangrijk dat iedereen gezien en gehoord wordt.’
‘Verbinding is geluk’
Geluksverkenners Jacqueline van de Veerdonk en Patty van der Weide: ‘Op de Vijfster is geluk het vinden van verbinding, waar iedere leerkracht schittert in de kracht van samen. Wij, als geluksverkenners van de Vijfster, zetten verbinding in het team centraal. Dit doen we door activiteiten (zoals een studietweedaagse, spelletjesavond, uitjes), gesprekken en attenties voor en met het team te organiseren en realiseren. Verbinding is geluk. Ook aankomend schooljaar werken we als geluksverkenners samen met het team verder aan het thema mentaal welbevinden.’